De Honderd Cols Tocht   midden

Zondag 26 juli 2020   De zwaarste fietstocht ter wereld  98 km  1978 hm

De laatste maanden zijn al mijn fietstochten niet door gegaan in verband met het Coronavirus. Nu had ik afgesproken om in de zomervakantie door te werken en om in plaats daarvan de eerste weken van september naar Suriname te gaan. Ik heb geen idee of de trip naar Suriname wel door gaat. Daarom heb ik er later toch maar weer voor gekozen om de 3 weken zomervakantie op te nemen. Frankrijk lijkt me het land waar je nu in Coronatijd het makkelijkste rond kunt reizen.

Vandaar dat ik gisteren met de auto naar Frankrijk ben gereden. Ik wil de komende 3 weken het middelste deel van “De Honderd Cols Tocht” fietsen. Dit is een ruim 4000 kilometer lange fietsroute die over zoveel mogelijk bergpassen gaat door het oosten van Frankrijk. Ik denk dat het meer een tocht is voor iemand met een licht gewicht racefiets in plaats van iemand met een zware fiets en veel bagage er op, maar ik vind het wel altijd leuk om door de bergen te fietsen. Dus begin ik toch aan deze fietsroute.

Drie weken is niet genoeg om de hele tocht te fietsen. Op de site van “De Honderd Cols Tocht” geven ze een voorbeeld hoe je de tocht in 3 delen kunt opknippen. Het noordelijk deel bestaat uit de Vogezen, Jura en Bourgogne. Het zuiden bestaat uit Centraal Massief, Pyreneeën en Cevennen. Ik heb gekozen om het middelste deel te fietsen met de Beaujolais, Cevennen en Alpen
.100 cols kaart


Om 8.00 uur vertrek ik van de camping bij het dorp Fleuri. Over leuke landweggetjes fiets ik door de Beaujolais wijnstreek naar Les Depots, dat op “De Honderd Cols Tocht” ligt. Het is al lekker warm. Mijn benen voelen prima, maar ik fiets wel heel erg langzaam bergop. Ik heb de laatste 2 maanden niet meer gefietst en nu heb ik dus weinig “macht” in mijn benen.

In het eerste dorp stop ik bij de bakker om brood en croissants te kopen. Voor ik naar binnen ga doe ik voor de eerste keer een mondkapje op. De deur van de bakkerij gaat niet open. Ik sta echter voor de verkeerde deur. In verband met het Coronavirus hebben ze éénrichtingsverkeer in de kleine winkel. Bij de andere deur kan ik gewoon naar binnen.
5488
Op bijna 400 meter hoogte draai ik bij Les Depots “De Honderd Cols Tocht” op, op kilometer 535 van de omschrijving. Meteen gaat de weg omhoog naar de 700 meter hoge Col de la Casse Froide. Een kilometer voor de top stop ik om te ontbijten. Ik heb inmiddels bijna 25 kilometer gefietst. Na deze pauze fiets ik over de bergpas en daarna volgen de Col de Nuizieres, Col de la Croix de l’Orme en Col des Cassettes. Het “licht” gaat langzaam uit in mijn benen. Ik vind het heerlijk weer, maar in de zon fietsen terwijl het in de schaduw al ruim 30 graden is is vandaag nog te veel voor mijn benen.


Halverwege de middag moet ik bijna 500 meter stijgen naar de 860 meter hoge Côte de la Croix de Signy. Ik moet nog eens kijken in de regelementen van “De Honderd Cols Tocht” wat het verschil is tussen een côte en een col. Voorlopig ga ik er van uit dat het beide bergpassen zijn. Alleen staat er boven op een côte geen en op een col wel een bordje met de naam van de bergpas. Een jonge man fietst me voorbij op een racefiets en zegt “Vous êtes courage” tegen me.


5504Mijn benen zijn halverwege de middag uitgeput. Ik fiets heel langzaam omhoog en als ik in de zon fiets neem ik vaak pauze. Midden in de beklimming van de heuvel ga ik op een bankje in een bushokje liggen om een dutje te doen. Dat is wel aangenaam, maar helaas voelen mijn benen daarna niet beter. Heel, heel moeizaam kom ik op de top. In de afdaling naar Feurs volgt de route kleine weggetjes. Daar zitten nog 2 “kuitenbijtertjes” in. Deze staan niet op de routeomschrijving, maar op beide moet ik toch even een stukje lopen. Ik heb geen enkele macht meer in mijn benen om te klimmen.

Acht kilometer voor Feurs is mijn water op. Bij een terrasje bestel ik een cola. Na deze korte pauze volgt er nog een côte met 60 meter hoogteverschil die wel op de omschrijving staat. Deze côte is gelukkig niet steil en hier kan ik blijven fietsen.

In Feurs zet ik mijn tent op op de camping. Na een heerlijke douche heb ik geen puf meer om de stad in te lopen. Op het eenvoudige terras van de camping is de enige snack die ze hebben friet. Ik bestel 2 keer friet. De eerste friet eet ik op het heerlijke schaduwterras op. De tweede friet eet ik bij mijn tent op. De zon is inmiddels ver genoeg gezakt, zodat ik in de schaduw van de tent kan zitten.

Vrijdag 31 juli 2020   De zwaarste col  53 km  1577 hm

Ik fiets op deze reis maar een deel van “De Honderd Cols Tocht”. Als je de route in stukken opdeelt, dan moet je verbindingsstukken fietsen. Zo was mijn plan om bij kilometer 800 de route te verlaten en om , na het fietsen van een “verbindingstrack”, de route bij kilometer 2330 weer op te pakken. Els en Toine waren in de buurt en hebben me eergisteren met de auto opgehaald op de Col de la Fageole -vlak bij kilometer 800- en gisteren hebben ze me afgezet op de Col du Rey op kilometer 2330. Zo heb ik wat extra tijd en dat komt goed uit. Klimmen in de hitte viel tegen de afgelopen dagen en ik heb diverse keren een dutje onderweg gedaan om ergens in de schaduw af te koelen.

5535
Gisteren heb ik één nacht op een “Thaise camping” gestaan. Een Thaise camping bestaat natuurlijk niet, maar zo noem ik het. Toen ik eergisteren op zoek was naar een overnachtingsplaats, kwam ik lang een chambre d’hotes met Thaise massage. Zo stond er op een bordje bij de ingang. Bij navraag bleek dat alle kamers bezet waren maar dat ze ook een kampeerterrein hadden. Het zwembad in de heerlijke tuin, de huisjes die tussen de bomen waren gebouwd en het knullig maar toch ook prima gebouwde douchehok deden me allemaal aan Thailand denken.

Vandaag sta ik weer op een geheel andere camping. Het is een wielrennerscamping. Het zijn voornamelijk Nederlanders met racefietsen die hier in zowel de huisjes als op de kampeerplaatsen staan. De camping ligt vlak bij het startpunt van de beklimming van de Mont Ventoux. Bij de papieren van “De Honderd Cols Tocht” zit een indexlijst. De Mont Ventoux staat met een index van 11,1 boven aan op deze lijst, als zwaarste col. Door het moeizame klimmen van de afgelopen dagen maak ik me natuurlijk wel een beetje zorgen of ik met mijn fiets van 18 kilogram, ruim 20 kilogram bagage en 8 kilogram eten en vooral drinken wel zo’n col op kan fietsen. Ik heb me voor genomen om het verder rustig aan te doen
en om vooral te genieten van deze berg.5573

Voor ik vertrek kook ik water voor tijdens het ontbijt en om mijn thermosfles te vullen. Uiteraard vul ik ook mijn 3 1,5 liter flessen met water. Eenmaal onderweg wil ik ook jus en cola kopen. In Bedoine is het overal druk en heb ik geen zin om te stoppen. Gelukkig kom ik een paar kilometer later nog door een dorpje, waar ik jus drink op het terras van het restaurant. Naast het restaurant is een eenvoudige boulangkjerie waar ik nog een paar koude cola’s koop. Die cola’s zijn belangrijk voor onderweg. Door de hitte heb ik steeds moeite om genoeg te eten en die cola’s geven tijdens de klim heerlijke verkoeling en veel energie.

Als de beklimming een paar kilometer later echt gaat beginnen draait de weg het bos in. Urenlang slingert de weg door het bos. Het is heerlijk fietsen in de schaduw van de bomen. Er zitten ook geen extreem steile stukken in de beklimming, waardoor het prima fietsen is. Van de steile passages die op de indexlijst staan merk ik niets.

Vele tientallen wielrenners halen me in. “Bravo”, “Bonjour” of iets in het Nederlands hoor ik dan of de duim gaat omhoog om me aan te moedigen. Op 1100 meter hoogte heb ik de eerste pauze waarbij ik een blikje cola open maak. Terwijl ik onder een boom zit probeer ik ook wat te eten en ik probeer me vooral niet druk te maken om al die zoemende bijen om me heen. Na de pauze wordt ik één keer in mijn buik gestoken.

Op 1500 meter hoogte is er een verrassing. Een terras -waar veel wielrenkleding verkocht wordt- waar ik een tosti bestel. Tussen de vele wielrenners is ook een Duitser met bagage op zijn fiets. Het doet mee aan een wielerwedstrijd van Wenen naar Nice. Zijn fiets met bagage weegt slechts 14 kilogram. Hij heeft ook veel met “gewone” bagage gefietst in onder andere Iran en de Sahara, maar nu heeft hij maar 2 paar sokken bij zich vertelt hij.

5576
Op 3 kilometer voor de top zie ik de op één na laatste boom langs de weg staan. In de schaduw van deze boom open ik weer een blikje cola. Voor me ligt de kenmerkende witte boomloze top van deze berg. Bij de laatste boom fiets ik door. Daar heb ik al snel spijt van. Bij het monument van Tom Simpson open ik mijn laatste blikje cola. Heel warm is het op deze hoogte niet meer, maar ik had toch liever even in de schaduw gezeten in plaats van hier op de trap midden in de zon. Een Franse wielrenner komt even naast me zitten. Hij is uitgeput, heeft last van zijn benen en zijn rug en kan bijna niet meer op zijn benen staan. Kort maak ik een praatje met de Fransman. Mijn Frans is echter niet goed genoeg om de man uit te leggen dat dit niet de laatste kilometer naar de top is zoals op het kilometer paaltje hier staat aangegeven. Dit is de laatste kilometer naar de Col de Tempetes. Voor de Mont Ventoux moeten we nog een kilometer langer klimmen. Wel kan ik de Fransman vertellen dat mijn fiets toch echt niet elektrisch is.

5579Niet veel later fiets ik over de 1830 meter hoge Col de Tempetes en een kilometer verder over de 1912 meter hoge Mont Ventoux. Daarna volgt een afdaling waarin het snel weer erg warm wordt. In Malaucene -onder aan de afdaling- is het druk. Daar heb ik geen zin in, zeker nu in Coronatijd wil ik drukte zoveel mogelijk vermijden. Vijf kilometer verderop bestel ik bij een café een drankje op het terras. Op mijn gps zoek ik naar een camping in de buurt.


Een paar kilometer verder zet ik mijn tent op op een volle camping waar Nederlands gesproken wordt en s ’avonds is het er heerlijk eten op het gezellige terras rond de jeu de boules baan.




Maandag 3 augustus 2020   Gorges du Verdon  108 km  1876 hm5623

Zoals bijna elke ochtend, verlaat ik rond 8.00 uur de camping. Ik heb gisteren mijn pizza maar voor de helft opgegeten. Na 1 stuk als ontbijt gegeten te hebben, heb ik de rest van de pizza in een pizzadoos onder mijn snelbinder liggen. Voor mijn ontbijt hoef ik dus niet naar het hoger gelegen Moustiers-Ste-Marie te fietsen om daar bij de bakker brood te kopen. Dit middeleeuwse dorp ligt schitterend tegen de bergwand aangebouwd. Van afstand vind ik deze dorpen altijd mooier dan dat je er midden in staat. Maar omdat mijn track via het dorp gaat, fiets ik toch maar dit extra heuveltje op. Voor de boulangerie in het dorp staat een rij met mensen. Natuurlijk keurig op 1,5 meter afstand van elkaar. Gelukkig hoef ik daar niet in de rij te staan. Wel stop ik verderop bij een kleine supermarkt om een fles jus d’orange te kopen.

Al vrij snel na het dorp begin ik aan de beklimming van de prachtige Col d’Ayen. De weg ligt in de Gorges du Verdon. Ik fiets langs een fraaie bergwand terwijl in de diepte onder me het turquoise water stroomt van de Verdon. Ik klim van 545 naar 1032 meter hoogte. Voor de derde keer in mijn leven ben ik op deze weg. Voor de derde keer is het hier bewolkt, terwijl het de laatste dagen steeds onbewolkt was. Ik vraag me af of het toeval is, of dat het op deze plek heel vaak bewolkt is en de verder toch heel zonnige Provence.

5626Net voor de top fietst een Franse fietsster me voorbij. Als ik even later een foto maak van het bord met de naam van de col, komt ook haar man boven op de col aan. Hij heeft een fietskar achter zijn fiets hangen.
Na een afdaling volgt er een kleine klim naar Point Sublime. Het is er druk met toeristen en omdat we in Coronatijd drukte moeten vermijden fiets ik meteen door. Bovendien kom ik hier voor de derde keer, dus het uitzicht vanaf Point Sublime heb ik al eens gezien.

De volgende afdaling brengt me onder in het rivierdal en daar loopt de weg weer langzaam omhoog richting Castellane. In Castallane eet ik een baguette met kip op een rustig terras langs de weg. Het laatste stuk van het baguette stop ik in mijn fietstas voor onderweg. Eenmaal weer op weg begin ik me storen aan het vele verkeer op de wegen vandaag.

Na een paar kilometer volgt er in een beklimming een afslag. Dit is het startpunt van de beklimming van de Col de St. Barnabé. Dit is een droomweggetje. Eerst gaat de weg via enkele tunneltjes langs het turquoise meer achter de Barrage de Chaudanne, daarna volgt een serie haarspeldbochten in deze smalle weg. Bij één van de laatste haarspeldbochten eet ik het laatste stuk van het baguette.
5645
De laatste 5 kilometer naar de top gaan door een iets vlakker landschap met meer gras en minder bos met 4% omhoog. De bewolking van vanochtend is verdwenen en er staat een stevige wind die ik in de rug heb. Op de 1395 meter hoge top van de Col de St. Barnabé sta ik voor de keuze om of af te dalen en de tent ergens op te zetten of om nog 2 cols over te fietsen. Bij de laatste keuze heb ik het voordeel dat ik morgen in de ochtend meteen kan starten met de beklimming van de eerste grote Alpencol. Ik kies voor het laatste.

Ik heb nog pizza en jus, die wil ik opmaken halverwege de eerste col. Maar voor het zover is volgt er eerst nog een spectaculaire afdaling. Het laatste deel gaat door een kloof met overhangende rotsen. Onder de overhangende rotsen is een kapel gebouwd. Er staat een altaar met een klein fietsje erop en er staan kerkbanken. Iets verderop zie ik dat mensen met wetsuits aan zich langs touwen door de rivier met watervallen waden.

5650Na deze afdaling moet ik een paar kilometer klimmen. Deze beklimming staat niet op de omschrijving van “De Honderd Cols Tocht”. Hoewel het hoogteverschil bijna 100 meter is, is de index waarschijnlijk onder de 0,3 en deze worden niet aangegeven in “De Honderd Cols Tocht”. Ik begin nu al honger te krijgen voor ik begin aan de beklimming van de Col de Buis.

Op de omschrijving van “De Honderd Cols Tocht” staat een rode streep en 2 uitroeptekens bij deze col om aan te geven dat er erg steile passages zijn. In het begin valt het mee en de harde rugwind helpt me om de berg op te komen. Het laatste stuk van de pas -die ik zonder pauze op fiets- fiets ik zig zag omhoog. Er is gelukkig even geen ander verkeer waardoor dit mogelijk is op de verder rechte weg. Door zig zag over de weg te fietsen ga ik net een paar procent minder steil omhoog waardoor ik op het steilste gedeelte nog net kan blijven fietsen.

De laatste pas van vandaag is korter maar heeft ook extra steile passages. Na het lastigste stuk neem ik eindelijk mijn pauze om een stuk pizza te eten en mijn laatste koude jus te drinken. Na deze pauze willen mijn benen niet echt lekker meer door trappen. Gelukkig is het nog maar 2 kilometer naar de top.
5676
De afdaling daarna is weer spectaculair. Dit komt door het geweldige uitzicht op Entrevaux. Deze fraaie middeleeuwse stad heeft een hoog boven de stad gelegen Citadelle. Vanaf de stad ligt een toegangsweg naar de Citadelle met toegangspoorten. Ik stop diverse keren om foto’s te maken.

Onder in het dal fiets ik meteen over de grote weg naar het oosten. De weg gaat maar heel langzaam omlaag, maar door de stormachtige wind in de rug fiets ik met 30 kilometer per uur naar Puget-Theniers. Hier zet ik mijn tent op op de camping. Door de harde wind en de zon is het niet erg aangenaam op mijn kampeerplaats. Even zit ik nog op een klein schaduwplekje om het laatste stukje van mijn pizza op te eten. Als de schaduw verdwijnt loop ik het dorp in. Daar is het heerlijk toeven op een terras uit de wind en in de schaduw. Ik eet er heerlijk vlees met champignons.

Terug op de camping zet ik thee en ik leg mijn batterijoplader en accupack in het toiletgebouw om het te laden. Hopelijk ligt het er morgen nog.

Donderdag 6 augustus 2020   De Alpencols  100 km  2329 hm

Bij mijn vertrek van de camping vertelt mijn Nederlandse overbuurman -die racefietsen op het dak van zijn auto heeft staan- dat het laatste stuk van de komende bergpas -de Col de Vars- erg steil is. Volgens hem moet ik daar gewoon blijven zitten en doortrappen tot ik boven ben. Op de omschrijving van “De Honderd Cols Tocht” zie ik ook een rood streepje staan bij de laatste kilometers van de bergpas. Gisteren fietste ik al veel kilometers van deze pas, maar ik ben nog maar een paar honderd meter gestegen. Na deze slappe start moet ik nu dus aan de bak.

5771Voor ik het dorp uit fiets koop ik eerst nog croissants en een fles jus. Ik ben blij als ik al snel uit de schaduw van de grote bergen om me heen kom. Zo kan mijn jas ook meteen uit. Klimmen en dus zweten met de jas aan vind ik niet prettig. Na een paar makkelijke kilometers wordt de weg steil. Kilometers lang gaat de weg met 9 of 10% omhoog.
De Duitse fietser -die ik gesproken heb op de Mont Ventoux- komt me voorbij fietsen. Hij vertelt me dat hij 2 dagen te laat was om de race waaraan hij mee deed te winnen. Nu fietst hij terug naar Basel om daar een trein naar huis te nemen. Ik vertel hem dat mijn conditie inmiddels een stuk beter is dan vorige week op de Mont Ventoux. Dat praten is erg gezellig maar ook wel moeizaam terwijl ik 10% omhoog aan het fietsen ben. We wensen elkaar goede reis en hij fietst weer verder.
5765
Ik fiets natuurlijk ook verder, maar ik ben de langzaamste fietser. Zo is altijd in de bergen. Ik heb ook de zwaarste fiets en het lijkt erop dat alleen fitte wielrenners zich aan deze Alpencols wagen. Een uitzondering daarop zijn het groeiende aantal fietsers met elektrische fietsen.


Naarmate ik hoger op de bergpas kom, worden de uitzichten weer steeds indrukwekkender. Deze bergpas is veel groener dan de Col de la Bonnette die ik gisteren over fietste. Mijn overbuurman van de camping rijdt me voorbij. Gelukkig kan ik zijn advies van blijven zitten en door trappen prima vol houden. De bergpas wordt gelukkig nergens echt steil, want 5 kilometer lang met een gemiddelde stijgingspercentage van 9% vind ik al pittig genoeg.

Voor 10.00 uur ben ik al boven op de 2109 meter hoge Col de Vars. Er staat geen bordje met de naam van de col. Wel staat er een fietsinfo-bord met de pashoogte. Daarvan maak ik een foto en nadat ik mijn windstopper heb aangedaan stort ik me aan de andere kant van de bergpas naar beneden. Ik stop een paar keer om foto’s te maken van de prachtige bergen. In de afdaling kom ik door Vars. Ten opzichte van al die kleine bergdorpen waar ik afgelopen week door gefietst ben lijkt Vars op een toeristen-metropool hoog in de bergen. In de plaats is het even druk op de straat.

5768Onder in de afdaling kom ik door Guillestre. Hier is het druk met vooral veel verkeer van auto’s. Even na Guillestre sta ik plotseling op een smalle bergweg midden in een tunnel in een file. Gelukkig komt er geen verkeer achter me aan. De vrachtauto die achter mee reed zit net voor de tunnel vast met vrachtauto’s uit de andere rijrichting. Na een flinke afdaling fiets ik door een fraai dal langzaam omhoog. Er zijn veel fietsers op de weg en helaas ook veel snel rijdende auto’s.

Ik ben blij als het na de afslag richting de Col d’Izoard weer lekker rustig op de weg is. Eerst gaat de weg redelijk recht omhoog door een paar dorpen. Bij een bakker koop ik een belegd stokbrood. Ik ga niet op het terras voor de bakkerij zitten. Daar is het veel te druk. Bovendien probeer ik bij de beklimming van de grote cols altijd zoveel mogelijk mijn pauzes uit te stellen. Het slaat natuurlijk nergens op, maar het geeft me toch altijd het gevoel dat ik dan na de pauze niet meer zo ver naar de top hoef te fietsen. Elke bergpas is toch een beetje een gevecht om boven te komen. In het volgende dorp zie ik een rustig bankje in de schaduw. Daar eet ik de helft van het stokbrood.

Na de pauze wordt de weg spectaculair. De ene na de andere haarspeldbocht brengt me langzaam hoger in de bergen. Haarspeldbochten zijn altijd mijn favorieten. Bij elke bocht lijkt het wel of ik meer energie krijg. En die energie heb ik nodig, want de tweede grote Alpencol van vandaag begint zijn tol te eisen. Na weer een paar kilometer met 9% stijgingspercentage beginnen mijn benen zwaar te worden.

Het is super mooi weer en ik geniet van de prachtige weg en het mooie uitzicht. Het is weer druk met wielrenners die 5786me inhalen. “Bravo” hoor ik veel vandaag. Een Belgische wielrenners vraagt me -terwijl hij me voorbij fietst- of heel Nederland onderweg naar boven is.

Het laatste deel van de bergpas gaat door een soort woestijnlandschap. Echte schitterend is het hier. Ik ben ook blij dat ik de top nader, want het licht gaat langzaam uit in mijn benen. In de laatste kilometer spreek ik de Belgische wielrenner -die op de weg terug is- nog even. Hij maakt een foto van me en hij zal deze naar me mailen. Heel aardig van hem.

5800Na de afdaling kom ik in de middagspits van Briancon. Hier fiets ik meteen de Col du Lautaret op. Dit is de saaiste beklimming. Hier fiets ik voor een deel op een drukke verkeersweg. Daarnaast gaat de weg heel langzaam omhoog. Ik heb er een hekel aan om “vals plat” omhoog te fietsen en al helemaal tegen de wind in op een drukke weg. Toch fiets ik nog ruim een uur verder. Dan pas is de eerste camping vlak langs de route en zo hoef ik morgen niet 25 kilometer lang op deze saaie weg te fietsen.
5813
Net na Le Monetier-les-Bains is de camping vol. Gelukkig worden fietsers en wandelaars hier niet weg gestuurd. Ik mag achter op de camping mijn tent op zetten. Als mijn tent staat heb ik geen zin meer om naar het dorp te lopen om wat te gaan eten. Bij de tent zet ik thee en ik eet mijn laatste Franse kaas en stokbrood op.

Wat een superdag was het weer vandaag, met schitterend weer en mega gave bergwegen. Nu moet ik morgen wel het eerste stuk over een redelijk drukke weg fietsen, toch verheug ik me al op het laatste deel van de beklimming van de Col de Lautaret. Op die col kom ik morgen weer boven de 2000 meter en die col is de aanloop naar de 2646 meter hoge Col du Galibier. En hoe hoger de bergpas hoe fraaier het landschap.

Maandag 10 augustus 2020   Ontmoeting met wereldfietser  72 km  1834 hm

De ene nog geweldigere fietsdag na de andere volgen elkaar op. Woensdag fietste ik over de Col de la Bonnette en donderdag over de Col de Vars en de Col d’Izoard. Vrijdag vond ik de aanloop -over de grote weg naar de top van de Col du Lautaret- naar de Col de Galibier al fraai. De Col de Galibier daarna was heel erg gaaf.

Z5855aterdag ben ik over de hoogste col van “De Honderd Cols Tocht” gefietst. De 2770 meter hoge Col d’Iseran is dat. Dat was alweer met perfect weer met strak blauwe lucht en boven de 2000 meter weer prachtige landschappen. Wat helemaal leuk was dat ik in een tunneltje een paar kilometer voor de top wereldfietser Lars tegen kwam. Indrukwekkend hoe hij op één been met een zware fiets vol bagage omhoog was gefietst.

Gisteren heb ik maar 60 kilometer gefietst. Het was weer een indrukwekkende fietsdag door het hooggebergte. Na de 1968 meter hoge Cormet de Roselend ben ik ook nog de 1757 meter hoge Col du Pré over gefietst. In Beaufort ben ik daarna vroeg gestopt. Voor de volgende camping dicht langs de route had ik anders nog 2 zware bergpassen over moeten fietsen. Die bergpassen heb ik vandaag op mijn programma staan.

Vanaf de camping fiets ik naar Beaufort. Daar begin ik meteen met de beklimming van de Col des Saisies. Ik moet van 743 meter naar een hoogte van 1650 meter klimmen. Ik heb nog geen ontbijt op. Ik wil eerst een paar honderd meter stijgen en dan mijn ontbijtpauze houden. Het is veel vochtiger vandaag dan de afgelopen weken. Nu een uurtje klimmen zie ik het dorp Hauteluce op een berghelling aan de andere zijde van het dal liggen. Daar schijnt de zon. Ik besluit daar mijn eerste pauze te houden.

In Hauteluce ga ik op een muurtje in de zon zitten. Terwijl ik ontbijt drogen ook mijn kleren een beetje. Nog belangrijker is dat ook mijn fietshandschoenen een beetje drogen. Die zijn namelijk zo nat en daardoor glad van het zweet dat ik maar moeilijk kan schakelen.

Het landschap is de afgelopen dagen een stuk groener geworden. Ook staan er overal moderne chalets. Het lijkt hier iets meer op Oostenrijk en Zwitserland, terwijl het afgelopen week en dan met name op de eerste Alpencols weer veel meer Italiaans leek. Net als in Oostenrijk en Zwitserland zitten ze hier graag achter de geraniums. Die bloemen zitten in bloembakken die aan fraaie houten balkonhekken hangen.5915

Saisies is een groot modern ski dorp met heel veel grote chalets. In het dorp is het druk met toeristen. Ik stop niet in het dorp. Aan het einde van het dorp is de bergpas. Ik stop even om een foto te maken en daarna fiets ik meteen verder om mijn natte shirt in de afdaling te laten drogen.

Net voor 12.00 uur kom ik in Flumet. Ik heb al lekker zware benen van de Col de Saisies. Vanaf dit dorp gaat de weg meteen weer omhoog naar de Col de Aravis. Voor ik start met de beklimming ga ik eerst op een terras wat eten. Om 12.00 uur is het nog rustig, maar om 12.15 uur is het er al gezellig druk. Ik bestel een Plat du jour. Er wordt me verteld wat het is, maar ik versta er maar weinig van. De penne en het vlees die ik even later krijg smaken uitstekend. Het eten smaakt in Frankrijk altijd uitstekend.

In Coronatijd ga ik liever niet bij een restaurant naar binnen om naar de wc te gaan. Ik besluit om ergens op de Col de Aravis tegen een boom aan te gaan staan. Eerst stel ik dit een tijdje uit om maar zoveel mogelijk van de beklimming achter de rug te hebben. Daarna kom ik in een dorp terecht waar maar geen einde aan lijkt te komen. Ik ben al bijna boven aan de bergpas -hoogteverschil 581 meter- als ik eindelijk een rustig plekje zie.

5920De laatste col van vandaag is de Col de la Croix Fry. Van 1246 klimt de weg tot 1477 meter hoogte. Hoewel de cols vandaag niet meer zo spectaculair hoog zijn als die van de afgelopen week, het berglandschap is nog steeds schitterend. Ik geniet dan ook van de uitzichten in de afdaling naar Thones.

In Thones ga ik om 16.00 uur al op zoek naar een camping. Dit is nog redelijk vroeg, maar voorlopig liggen er geen campings langs de route. Nu heb ik het zo gepland dat ik morgen tot aan de voet van de zware Col du Grand Colombier kan fietsen. Dat wordt de laatste col voor me op het traject van “De Honderd Cols Tocht”. Na de afdaling van die col fiets ik terug naar mijn auto.

Op de camping gaat de beheerster op zoek naar een plekje voor me. Ze wil me liever geen schaduwplek geven. Een plek in de zon vind ik ook prima. De vrouw heeft zelf nogal last van de hitte. Het is hier in de schaduw al ruim boven de 30 graden. Prachtig fietsweer voor mij dus, maar het eerste uur dat mijn tent in de volle zon staat ga ik toch even iets verderop in de schaduw zitten.


Om 18.00 uur verdwijnt de zon achter de bergen. Er komen kort daarna ook dreigende wolken aan. Na 2 weken met bijna alleen maar strak blauwe lucht begint het om 19.00 uur te regenen terwijl ik in de campingkantine een pizza eet. Die pizza eet ik voor de helft op en de rest neem ik in een pizzadoos mee. Als het later even droog is kook ik 1,5 liter water voor thee bij de tent.
5930
Drie dagen later ben ik terug bij mijn auto en rijd ik in de middag en avond terug naar huis. In 18 dagen heb ik 1678 kilometer gefietst met 30955 hoogtemeters. (1845 hm per 100 km) “De Honderd Cols Tocht” is een prachtige route. Dit deel -dat ik nu gefietst heb- bestaat deels uit allemaal leuke kleine bergweggetjes. Het andere deel gaat over de grote meer toeristische Alpencols. Die grote Alpencols had ik allemaal al eens gefietst, toch was dat wel het hoogtepunt van deze reis. Natuurlijk mede door het prachtige weer.

Wat ik ook leuk vind aan “De Honderd Cols Tocht” is dat deze over wegen gaat en niet over fietsroutes. Frankrijk heeft een heel uitgebreid wegennet met veel kleine weggetjes waar het heerlijk fietsen is. Hoewel ik de laatste jaren steeds meer fietsroutes in Frankrijk zie -meestal vlakke routes door rivierdalen-, vind ik het veel leuker om over kleine weggetjes te fietsen van dorpje naar dorpje, met natuurlijk in bijna elk dorp een goede bakker.

Ik heb alle 18 nachten gekampeerd. De gemiddelde prijs voor een camping was € 12,27. In totaal heb ik -dus inclusief de campings- € 51,05 per dag uitgegeven. Daarnaast heb ik voor de heen- en terugreis nog ongeveer € 140,-- uitgegeven aan benzine en € 52,-- voor tol op de Franse snelwegen.